ontwijken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ont-wij-ken
1. uit de weg gaan, zorgen dat het niet gebeurt
♢ Louis kon die klap nog net ontwijken
1. iemands blik ontwijken
[hem expres niet aankijken als hij naar je kijkt]
Onregelmatig werkwoord: ont-wij-ken
ik ontwijk
jij/u ontwijkt
hij/zij ontwijkt
wij/zij/jullie ontwijken
ik/jij/u/hij/zij ontweek
wij/zij/jullie ontweken
hij heeft ontweken
de/het/een ontweken ....
ontwijkend, ontwijkende
Tegenstellingen
ontmoeten, samenkomen, tegenkomen, treffen
Gepubliceerd op 14-11-2017
ontwijken
betekenis & definitie