omdopen - regelmatig werkwoord
uitspraak: om-do-pen
1. een andere naam geven
♢ Arie heeft zijn sloep omgedoopt in 'Levsky'
Regelmatig werkwoord: om-do-pen
ik doop om (... ik omdoop)
jij/u doopt om (... jij omdoopt)
hij/zij doopt om (... hij omdoopt)
wij/zij/jullie dopen om (... wij omdopen)
ik/jij/u/hij/zij doopte om (... ik omdoopte)
wij/zij/jullie doopten om (... wij omdoopten)
hij heeft omgedoopt
de/het/een omgedoopte ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
omdopen
betekenis & definitie