neerzitten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: neer-zit-ten
1. gaan zitten
♢ zullen wij hier maar even neerzitten? (ouderwets)
1. bij de pakken neer gaan zitten
[moedeloos worden en niets meer ondernemen]
Onregelmatig werkwoord: neer-zit-ten
ik zit neer (... ik neerzit)
jij/u zit neer (... jij neerzit)
hij/zij zit neer (... hij neerzit)
wij/zij/jullie zitten neer (... wij neerzitten)
ik/jij/u/hij/zij zat neer (... ik neerzat)
wij/zij/jullie zaten neer (... wij neerzaten)
hij heeft neergezeten
Gepubliceerd op 14-11-2017
neerzitten
betekenis & definitie