neet - zelfstandig naamwoord
1. eitje van de hoofdluis
♢ moeder Rebecca kamde de neten uit het haar van haar dochter
1. krijg de neten!
[verwensing]
2. zo ..... als de neten
[heel erg .....]
3. kale neet
[iemand die arm is]
4. iemand de neten op zijn jas wijzen
[hem de waarheid zeggen met het doel hem voor schut te zetten]
5. een rare neet
[rare vent of meid]
2. jongere tussen 16 en 25 die geen onderwijs volgt en geen baan heeft (not in education, employment or training)
♢ in deze crisistijd groeit het aantal neten onrustbarend
Zelfstandig naamwoord: neet
de neet
de neten
het neetje
Gepubliceerd op 14-11-2017
neet
betekenis & definitie