naturaliseren - regelmatig werkwoord
uitspraak: na-tu-ra-li-se-ren
1. voor de wet tot burger van het land maken
♢ deze mensen van Turkse afkomst, zijn hier genaturaliseerd
Regelmatig werkwoord: na-tu-ra-li-se-ren
ik naturaliseer
jij/u naturaliseert
hij/zij naturaliseert
wij/zij/jullie naturaliseren
ik/jij/u/hij/zij naturaliseerde
wij/zij/jullie naturaliseerden
hij heeft genaturaliseerd
de/het/een genaturaliseerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
naturaliseren
betekenis & definitie