mus - zelfstandig naamwoord
1. klein, grijs/bruin veel voorkomend vogeltje
♢de mussen pikten al het brood op
1. de mussen vielen dood van het dak
[het was heel erg warm]
2. we maakten hem blij met een dode mus
[met iets dat achteraf tegenviel]
Zelfstandig naamwoord: mus
de mus
de mussen
het musje
Gepubliceerd op 31-10-2017
mus
betekenis & definitie