murmelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: mur-me-len
1. zacht en onduidelijk praten
♢praat eens wat duidelijker, zit niet zo te murmelen!
Regelmatig werkwoord: mur-me-len
ik murmel
jij/u murmelt
hij/zij murmelt
wij/zij/jullie murmelen
ik/jij/u/hij/zij murmelde
wij/zij/jullie murmelden
hij heeft gemurmeld
de/het/een gemurmelde ....
murmelend, murmelende
Gepubliceerd op 31-10-2017
murmelen
betekenis & definitie