monocultuur - zelfstandig naamwoord
uitspraak: mo-no-cul-tuur
1. landbouw die zich toelegt op één product
♢deze boer kweekt alleen aardappels; hij heeft een monocultuur
2. cultuur die vrijwel geen invloeden heeft van andere culturen
♢bij de bewoners van dit geïsoleerde gebied is sprake van een monocultuur
Zelfstandig naamwoord: mo-no-cul-tuur
de monocultuur
de monoculturen
Gepubliceerd op 31-10-2017
monocultuur
betekenis & definitie