monoloog - zelfstandig naamwoord
uitspraak: mo-no-loog
1. gesprek waarbij één persoon aan het woord is
♢hij hield een lange monoloog en het publiek luisterde
Zelfstandig naamwoord: mo-no-loog
de monoloog
de monologen
het monoloogje
Tegenstellingen
dialoog
Gepubliceerd op 31-10-2017
monoloog
betekenis & definitie