Wat is de betekenis van Monocultuur?

monocultuur - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) landbouw met één gespecialiseerd gewas ♢ Op bananenplantages wordt vaak gewerkt met monoculturen. 2. (sociologie) eenzijdige samenstelling van mensen, producten of diensten binnen een samenleving ♢ Vele dictatoriale r...

monocultuur - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-no-cul-tuur 1. landbouw die zich toelegt op één product ♢deze boer kweekt alleen aardappels; hij heeft een monocultuur 2. cultuur die vrijwel geen invloeden heeft van andere culturen...

Monocultuur een teelt bestaande uit een gewassoort (een boomsoort).

Eenvormig in cultuur. In diverse maatschappelijke debatten over de multiculturele samenleving wordt het begrip monocultureel wel gebruikt als tegenstelling voor multicultureel. De Nederlandse samenleving zou tot de komst van de gastarbeiders in de jaren zestig een monocultuur zijn geweest, een eenduidige, door de gehele bevolking beleefde cultuur....

1 (landbouw) de teeltwijze waarbij op grote aaneengesloten oppervlakten gedurende lange tijd slechts één gewas wordt verbouwd, zoals bijv. de maïscultuur in de VS; 2 (econ.) het verschijnsel dat de export van een land vrijwel geheel of althans in zeer sterke mate afhankelijk is van één pr...

landbouw met één produkt

het telen van een cultuurgewas. Het voordeel van monocultuur is dat de akker in zijn geheel gezaaid en geoogst kan worden, iets wat bij machinale bewerking essentieel is. Het nadeel is dat specifieke ziekten en plagen zich snel door het gewas kunnen verspreiden. Het alternatief wordt mengteelt genoemd.

teelt van één gewas gedurende een aaneengesloten langere periode over groot oppervlak. Er ontstaat in onze cultuurgronden een kunstmatige, eenvormige levensgemeenschap (akker, cultuurbos, grasland). Grotere kans op ➝ ziekten, ➝ plagen en aantastingen. Deze benadelen kwaliteit en opbrengst.

is de aaneengesloten teelt van één enkel gewas, zoals b.v. de aardappelteelt in Ncd., de tarwe in de Ver. St. en Canada, de Hevea, thee en oliepalm in Indonesië (vgl. Mengcultuur).