Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 31-10-2017

missen

betekenis & definitie

missen - regelmatig werkwoord
uitspraak: mis-sen

1. het niet halen of raken
♢ik heb de trein gemist
1. het schot miste zijn doel
[het was niet raak]
2. dat kan niet missen
[dat gaat altijd goed]
2. voelen dat hij er niet is
♢mijn vader is op vakantie, ik mis hem wel
3. het niet langer hebben
♢ik mis mijn portemonnee
1. er missen twee appels
[twee appels zijn weg]
2. ik wil er geen woord van missen
[ik wil alles goed horen]
3. hij kan veel missen
[hij geeft graag iets weg]

Regelmatig werkwoord: mis-sen
ik mis
jij/u mist
hij/zij mist
wij/zij/jullie missen
ik/jij/u/hij/zij miste
wij/zij/jullie misten
hij heeft gemist
de/het/een gemiste ....

Synoniemen
derven

Tegenstellingen
raken, bezitten, hebben, voorzien