Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

lust

betekenis & definitie

lust - zelfstandig naamwoord

1. wat je leuk vindt
♢ Quinten wil wel de lusten, maar niet de lasten
1. ze zongen dat het een lieve lust was
[met veel plezier]
2. niet alleen de lusten, maar ook de lasten
[niet alleen het genieten, maar ook de vervelende kanten]
3. het is zijn lust en zijn leven
[hij doet het verschrikkelijk graag]
4. het is een lust voor het oog
[heel mooi]
2. sterk verlangen naar iets
♢ wat hij voelde was alleen lust, geen liefde
3. groot verlangen naar iets, of grote liefde voor iets
♢ lust is een belangrijk onderdeel van het liefdesspel
4. wat je graag wilt
♢ ze had geen lust om op reis te gaan
1. eetlust
[zin om te eten, trek]
2. de lust vergaat me
[ik heb er geen zin in]
3. de lust bekruipt me om ...
[ik krijg er zin in om dat te doen]

Zelfstandig naamwoord: lust
de lust
de lusten

Synoniemen
aardigheid, begeerte, fun, gein, hartstocht, lol, passie, plezier, pret, schik

Tegenstellingen
leed, smart, verdriet