luchtig

betekenis & definitie

luchtig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: luch-tig

1. zonder angst dat het verkeerd af zal lopen
♢ zijn reactie was nogal luchtig
2. zodanig dat er nog ruimte tussen is
♢ ze had de sjaal luchtig om haar schouders geslagen
3. waar veel lucht in zit
♢ geklopt eiwit is een luchtige massa
4. waar de wind doorheen kan
♢ ze droeg een luchtig jurkje

Bijvoeglijk naamwoord: luch-tig
... is luchtiger dan ...
de/het luchtige ...
iets luchtigs

Synoniemen
losjes, luchthartig, zorgeloos

Tegenstellingen
ernstig