liefde

betekenis & definitie

liefde - zelfstandig naamwoord
uitspraak: lief-de

1. warm gevoel voor iemand waar je van houdt
♢ zijn liefde voor Johanna ging niet voorbij
1. liefde maakt blind
[als je van iemand houdt, zie je zijn fouten niet]
2. haar mijn liefde verklaren
[tegen haar zeggen dat ik van haar hou]
3. de liefde kan niet van één kant komen
[je moet er allebei iets voor doen]
4. hij deed het met liefde
[graag]
5. liefde op het eerste gezicht
[verliefd worden als je elkaar voor het eerst ziet]
2. waar je van houdt
♢ hij was haar eerste grote liefde

Algemene uitdrukkingen:
1. de liefde bedrijven
[met iemand neuken]
Zelfstandig naamwoord: lief-de
de liefde
de liefdes

Synoniemen
affectie, genegenheid, love

Tegenstellingen
haat