lidwoord - zelfstandig naamwoord
uitspraak: lid-woord
1. woord dat uitsluitend samen met een zelfstandig naamwoord voorkomt
♢ er zijn drie lidwoorden: de, het en een
1. bepaald lidwoord
[geeft aan dat het om een specifiek (bepaald) zelfstandig naamwoord gaat, bijvoorbeeld 'de' jongen en 'het' huis]
2. onbepaald lidwoord
[geeft aan dat het niet om een specifiek (bepaald) zelfstandig naamwoord gaat, bijvoorbeeld 'een' jongen]
Zelfstandig naamwoord: lid-woord
het lidwoord
de lidwoorden
het lidwoordje
Gepubliceerd op 14-11-2017
lidwoord
betekenis & definitie