levenslustig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: le-vens-lus-tig
1. veel plezier hebben in het leven, het van de zonnige kant zien
♢ Camilla is altijd levenslustig
Bijvoeglijk naamwoord: le-vens-lus-tig
... is levenslustiger dan ...
de/het levenslustige ...
iets levenslustigs
Gepubliceerd op 14-11-2017
levenslustig
betekenis & definitie