levenloos - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: le-ven-loos
1. niet meer levend
♢ het kindje kwam levenloos ter wereld
2. niet (meer) beweeglijk, druk of opgewekt
♢ hij zat als een levenloze figuur in een hoekje
Bijvoeglijk naamwoord: le-ven-loos
de/het levenloze ...
Synoniemen
dood, kapot
Tegenstellingen
levend, levendig
Gepubliceerd op 14-11-2017
levenloos
betekenis & definitie