levenloos
levenloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder leven ♢ Na het lopen van de 4 daagse kwam hij levenloos over de eindstreep. Woordherkomst afgeleid van leven met het achtervoegsel -loos Synoniemen levensloos, dood, futloos, gevoelloos, moe
Wiktionary (2019)
levenloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder leven ♢ Na het lopen van de 4 daagse kwam hij levenloos over de eindstreep. Woordherkomst afgeleid van leven met het achtervoegsel -loos Synoniemen levensloos, dood, futloos, gevoelloos, moe
Muiswerk Educatief (2017)
levenloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: le-ven-loos 1. niet meer levend ♢ het kindje kwam levenloos ter wereld 2. niet (meer) beweeglijk, druk of opgewekt ♢ hij zat als een levenloze figuur...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: