leerling - zelfstandig naamwoord
uitspraak: leer-ling
1. wie les krijgt
♢ er zitten driehonderd leerlingen op deze school
2. wie iemands ideeën overneemt
♢ de apostelen waren leerlingen van Jezus
Zelfstandig naamwoord: leer-ling
de leerling
de leerlingen
het leerlingetje
Tegenstellingen
docent, leerkracht, leermeester, leraar, onderwijzer, schoolmeester
Gepubliceerd op 14-11-2017
leerling
betekenis & definitie