Synoniem van leerling

leerling - iemand die les krijgt. In informele taal discipel. Scholieren hebben les op een school-in-het-algemeen; een leerling aan een kostschool is een pupil of pensionair. Intern woont een intern; extern woont een extern of buitenleerling. Daarnaast wordt 'pupil' ook als schertsend of ironisch synoniem gebruikt voor een leerling in het algemeen. Lyceïsten zijn scholieren van een lyceum, kwekelingen aan een (voormalige) kweekschool. Een zittenblijver of doubleur is een leerling die op school een klas over moet doen; ook, in scherts: recidivist. Een schoolverlater of abituriënt heeft een school voor middelbaar onderwijs doorlopen en doet eindexamen. Het woord cursist wordt alleen gebruikt voor een leerling die onderwijs volgt aan andere instellingen dan officiële scholen.

Zie: aanhanger; student.

leerling - zelfstandig naamwoord
uitspraak: leer-ling

1. wie les krijgt
♢ er zitten driehonderd leerlingen op deze school
2. wie iemands ideeën overneemt
♢ de apostelen waren leerlingen van Jezus

Zelfstandig naamwoord: leer-ling
de leerling
de leerlingen
het leerlingetje

Tegenstellingen
docent, leerkracht, leermeester, leraar, onderwijzer, schoolmeester