Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

kous

betekenis & definitie

kous - zelfstandig naamwoord

1. kledingstuk voor voet en been
ik draag geen sokken maar kousen in de winter
1. daarmee is de kous af
[daarmee is het afgelopen]
2. de kous op de kop krijgen
[er niet in slagen, terwijl je dacht dat het gemakkelijk was]
3. het naadje van de kous willen weten
[het precies willen weten]
4. een oude kous hebben
[spaargeld hebben]

Zelfstandig naamwoord: kous
de kous
de kousen
het kousje