kous - zelfstandig naamwoord
1. kledingstuk voor voet en been
♢ ik draag geen sokken maar kousen in de winter
1. daarmee is de kous af
[daarmee is het afgelopen]
2. de kous op de kop krijgen
[er niet in slagen, terwijl je dacht dat het gemakkelijk was]
3. het naadje van de kous willen weten
[het precies willen weten]
4. een oude kous hebben
[spaargeld hebben]
Zelfstandig naamwoord: kous
de kous
de kousen
het kousje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk