kamp - zelfstandig naamwoord
1. groep tenten, woonwagens of gebouwen
♢ deze vluchtelingen zitten in een kamp
1. we gaan op kamp
[we nemen deel aan een vakantie voor jongeren]
Zelfstandig naamwoord: kamp
het kamp
de kampen
het kampje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk