Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

janken

betekenis & definitie

janken - regelmatig werkwoord
uitspraak: jan-ken

1. tranen laten vloeien
zij moest natuurlijk weer janken bij die film
2. klaaglijke geluiden maken
♢ de wolven jankten in het bos

Regelmatig werkwoord: jan-ken
ik jank
jij/u jankt
hij/zij jankt
wij/zij/jullie janken
ik/jij/u/hij/zij jankte
wij/zij/jullie jankten
hij heeft gejankt
jankend, jankende

Synoniemen
huilen, schreien, wenen

Tegenstellingen
lachen

< >