investeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-ves-te-ren
1. het ervoor gebruiken
♢ zij investeert alle vrije tijd in haar hobby
2. met geld steunen
♢ ik heb veel geld in dit bedrijf geïnvesteerd
Regelmatig werkwoord: in-ves-te-ren
ik investeer
jij/u investeert
hij/zij investeert
wij/zij/jullie investeren
ik/jij/u/hij/zij investeerde
wij/zij/jullie investeerden
hij heeft geïnvesteerd
de/het/een geïnvesteerde ....
investerend, investerende
Synoniemen
besteden, uitgeven
Tegenstellingen
sparen, wegleggen
Gepubliceerd op 14-11-2017
investeren
betekenis & definitie