incidenteel - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: in-ci-den-teel
1. wat maar af en toe voorkomt
♢ incidenteel ga ik met de trein naar mijn werk
2. wat je onopvallend tussen andere dingen door doet
♢ met die incidentele aanpak komt het karwei toch nog klaar
Bijvoeglijk naamwoord: in-ci-den-teel
... is incidenteler dan ...
het incidenteels
de/het incidentele ...
iets incidenteels
Synoniemen
terloops
Gepubliceerd op 14-11-2017
incidenteel
betekenis & definitie