Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

hypotheek

betekenis & definitie

hypotheek - zelfstandig naamwoord
uitspraak: hie-po-teek

1. geld dat je leent, met een huis als onderpand
ik heb een hypotheek genomen om de badkamer te kunnen verbouwen
1. lineaire hypotheek
[waarbij de aflossing gelijk blijft en de rente steeds minder wordt]
2. annuïteitenhypotheek
[waarbij het bedrag van rente + aflossing samen gelijk blijft]
3. aflossingsvrije hypotheek
[waarbij je alleen rente betaalt en niet aflost]

Zelfstandig naamwoord: hie-po-teek
de hypotheek
de hypotheken
het hypotheekje

< >