badkamer - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bad-ka-mer
1. ruimte met een bad en/of een douche
♢ wij hebben een bad en een douche in onze badkamer
Zelfstandig naamwoord: bad-ka-mer
de badkamer
de badkamers
het badkamertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
badkamer
betekenis & definitie