huilen - regelmatig werkwoord
uitspraak: hui-len
1. tranen laten vloeien
♢ hij huilde van vreugde
1. je rapport is om te huilen
[erg slecht]
Regelmatig werkwoord: hui-len
ik huil
jij/u huilt
hij/zij huilt
wij/zij/jullie huilen
ik/jij/u/hij/zij huilde
wij/zij/jullie huilden
hij heeft gehuild
huilend, huilende
Synoniemen
janken, schreien, wenen
Tegenstellingen
lachen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk