heten - regelmatig werkwoord
uitspraak: he-ten
1. die naam hebben
♢ hoe heet je vader?
Regelmatig werkwoord: he-ten
ik heet
jij/u heet
hij/zij heet
wij/zij/jullie heten
ik/jij/u/hij/zij heette
wij/zij/jullie heetten
hij is geheten
Gepubliceerd op 14-11-2017
heten
betekenis & definitie