handvol - zelfstandig naamwoord
uitspraak: hand-vol
1. zoveel als in een hand past
♢ Zwarte Piet strooide een handvol pepernoten door de zaal
2. een grote hoeveelheid
♢ dat kost me handenvol geld
3. onbepaalde, kleine hoeveelheid
♢ er was maar een handjevol mensen op af gekomen
1. geen hand vol maar een land vol
[er zijn genoeg andere kandidaten (meisjes of jongens om verliefd op te worden)]
Zelfstandig naamwoord: hand-vol
de handvol
de handenvol
het handjevol
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk