Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

gras

betekenis & definitie

gras - zelfstandig naamwoord

1. groene plant met lange smalle blaadjes
♢ het weiland staat vol gras
1. hij laat er geen gras over groeien
[hij haast zich ermee]
2. hem het gras voor de voeten wegmaaien
[iets zeggen wat iemand anders had willen zeggen]
3. zo groen als gras
[onervaren en onbedorven]
4. het gras is daar groener
[het is daar beter]
5. er zit een addertje onder het gras
[er is een verborgen gevaar of moeilijkheid]
6. te hooi en te gras
[zonder orde of systeem]
7. luisteren of het gras groeit
[liggen luieren]

Zelfstandig naamwoord: gras
het gras
de grassen
het grasje