Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

gesprek

betekenis & definitie

gesprek - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-sprek

1. het met elkaar praten
wij voerden een goed gesprek
1. de telefoon is in gesprek
[bezet]
2. dat is het gesprek van de dag
[daar praat iedereen over]
3. een gesprek voeren
[ergens over praten]

Zelfstandig naamwoord: ge-sprek
het gesprek
de gesprekken
het gesprekje

Synoniemen
bespreking, conferentie, conversatie, onderhoud

< >