Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

gemak

betekenis & definitie

gemak - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-mak

1. wat het leven gemakkelijker of plezieriger maakt
dit huis is van alle gemakken voorzien
1. gemak dient de mens
[natuurlijk kies je voor het gemakkelijke als je de kans krijgt]
2. daar hebben we veel gemak van
[het is erg plezierig om het te gebruiken]
2. toestand van niet opgewonden zijn, rustig zijn
♢ ik voel me daar op m'n gemak
1. hou je gemak!
[ga niet zo tekeer!]
3. wat geen inspanning kost
♢ met het grootste gemak sprong hij over de sloot

Zelfstandig naamwoord: ge-mak
het gemak
de gemakken

Synoniemen
comfort

Tegenstellingen
hinder, last, ongemak

< >