gelovig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-lo-vig
1. wie in god gelooft
♢ hij is erg gelovig, hij bidt vijf keer per dag
Bijvoeglijk naamwoord: ge-lo-vig
... is geloviger dan ...
het gelovigst
de/het gelovige ...
Synoniemen
religieus
Tegenstellingen
ongelovig
Gepubliceerd op 14-11-2017
gelovig
betekenis & definitie