eigen - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ei-gen
1. van jezelf
♢ dat zijn mijn eigen zaken
1. je een vreemde taal eigen maken
[een vreemde taal leren]
2. eigen baas zijn
[niet in loondienst]
3. in haar eigen belang
[in het belang van haarzelf]
4. uit eigen beweging kwam hij
[we vroegen het niet]
5. de burgemeester in eigen persoon
[de burgemeester zelf]
2. waar men zich verbonden mee voelt, waar men aan gewend is
♢ de band met mijn schoonzus is heel eigen
3. wat er kenmerkend voor is
♢ die smaak is eigen aan broccoli
Bijvoeglijk naamwoord: ei-gen
iets eigens
Synoniemen
vertrouwd
Tegenstellingen
vreemd
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk