doorknippen

betekenis & definitie

doorknippen - regelmatig werkwoord
uitspraak: door-knippen

1. doorgaan met knippen
♢ je moet niet stoppen, maar dóórknippen!
2. in twee stukken knippen
♢ de burgemeester knipte het lint door

Regelmatig werkwoord: door-knippen
ik knip door (... ik doorknip)
jij/u knipt door (... jij doorknipt)
hij/zij knipt door (... hij doorknipt)
wij/zij/jullie knippen door (... wij doorknippen)
ik/jij/u/hij/zij knipte door (... ik doorknipte)
wij/zij/jullie knipten door (... wij doorknipten)
hij heeft doorgeknipt
de/het/een doorgeknipte ....