dicteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: dic-te-ren
1. het zeggen, zodat iemand anders het op kan schrijven
♢ de directeur dicteerde de secretaresse een brief
Regelmatig werkwoord: dic-te-ren
ik dicteer
jij/u dicteert
hij/zij dicteert
wij/zij/jullie dicteren
ik/jij/u/hij/zij dicteerde
wij/zij/jullie dicteerden
hij heeft gedicteerd
de/het/een gedicteerde ....
dicterend, dicterende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk