constructief - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: con-struc-tief
1. wat de opbouw betreft
♢ constructief zit het gebouw goed in elkaar
2. opbouwend, waar je wat aan hebt
♢ hij stelde zich constructief op in de vergadering
Bijvoeglijk naamwoord: con-struc-tief
... is constructiever dan ...
het constructiefst
de/het constructieve ...
Gepubliceerd op 14-11-2017
constructief
betekenis & definitie