conserveren - regelmatig werkwoord
uitspraak: con-ser-ve-ren
1. het bewerken zodat je het goed kunt bewaren
♢ deze levensmiddelen zijn goed geconserveerd
1. Nikos is goed geconserveerd
[hij ziet er nog jong uit voor zijn leeftijd]
Regelmatig werkwoord: con-ser-ve-ren
ik conserveer
jij/u conserveert
hij/zij conserveert
wij/zij/jullie conserveren
ik/jij/u/hij/zij conserveerde
wij/zij/jullie conserveerden
hij heeft geconserveerd
de/het/een geconserveerde ....
Synoniemen
verduurzamen
Gepubliceerd op 14-11-2017
conserveren
betekenis & definitie