club - zelfstandig naamwoord
1. vereniging waar je een sport beoefent
♢ hij zit op een voetbalclub
2. wie samen iets ondernemen
♢ morgen gaan we met dit clubje stappen
Zelfstandig naamwoord: club
de club
de clubs
het clubje
Gepubliceerd op 14-11-2017
club
betekenis & definitie