club
(zelfstandig naamwoord) [alg.] vereniging, sociëteit, soos; groepje, stel; kliek, kongsi - Echte aanhangers gaan voor hun vereniging door het vuur. [amusement] nachtcafé, jazzcafé, tent; bordeel, sekshuis - Langs de rijksweg zijn er sekshuizen te kust en te keur. [sport] golfstok - Voor elke slag is er een speciale golfst...