bouwval - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bouw-val
1. overblijfselen van een ingestort gebouw
♢ op de plaats van ons oude huis troffen we een bouwval aan
2. vervallen, slecht onderhouden gebouw of woning
♢ dat gezin woont in een bouwval
Zelfstandig naamwoord: bouw-val
de bouwval
de bouwvallen
Synoniemen
krot
Gepubliceerd op 14-11-2017
bouwval
betekenis & definitie