bloeien - regelmatig werkwoord
uitspraak: bloei-en
1. bloemen dragen
♢ de narcissen staan vrolijk te bloeien
2. op zijn best zijn
♢ in tijden van oorlog bloeit de wapenindustrie
Regelmatig werkwoord: bloei-en
ik bloei
jij/u bloeit
hij/zij bloeit
wij/zij/jullie bloeien
ik/jij/u/hij/zij bloeide
wij/zij/jullie bloeiden
hij heeft gebloeid
bloeiend, bloeiende
Synoniemen
floreren
Gepubliceerd op 14-11-2017
bloeien
betekenis & definitie