binnenlopen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: bin-nen-lopen
1. van buiten naar binnen lopen of vloeien
♢ het water is het huis binnengelopen
2. vanaf zee in de haven kopen
♢ het schip is binnengelopen
3. veel geld ontvangen, rijk worden
♢ door de verkoop van dat gebouw is hij binnengelopen
Onregelmatig werkwoord: bin-nen-lopen
ik loop binnen (... ik binnenloop)
jij/u loopt binnen (... jij binnenloopt)
hij/zij loopt binnen (... hij binnenloopt)
wij/zij/jullie lopen binnen (... wij binnenlopen)
ik/jij/u/hij/zij liep binnen (... ik binnenliep)
wij/zij/jullie liepen binnen (... wij binnenliepen)
hij is binnengelopen
de/het/een binnengelopen ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
binnenlopen
betekenis & definitie