Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

zee

betekenis & definitie

zee - zelfstandig naamwoord

1. massa zout water die een groot deel van de aarde bedekt
♢ tussen Nederland en Engeland ligt een zee
1. een vakantie aan zee
[aan de kust]
2. op volle zee
[midden op zee]
3. met hem in zee gaan
[een verbintenis met hem aangaan]
4. geen zee gaat hem te hoog
[hij is nergens bang voor]
5. zij is recht door zee
[erg eerlijk en direct]
6. de zeven zeeën bevaren hebben
[over de hele wereld gezworven hebben]
7. water naar de zee dragen
[onnodig werk doen]
8. het water stroomt altijd naar de zee
[rijke mensen krijgen alle voordelen]
9. dat kan al het water van de zee niet afwassen
[die schuld of die schande is niet weg te krijgen]
10. er verdrinken er meer in een wijnglas dan in de zee
[drank maakt meer slachtoffers dan de zee]
11. geen zee gaat hem te hoog
[hij laat zich nergens door afschrikken]
12. zeeën van tijd
[heel veel tijd]
2. grote hoeveelheid
♢ die lamp geeft een zee van licht
1. mensenzee
[groot aantal mensen]

Zelfstandig naamwoord: zee
de zee
de zeeën
het zeetje

Synoniemen
sop