binnendringen

betekenis & definitie

binnendringen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: bin-nen-drin-gen

1. ergens met geweld naar binnen gaan
♢ de soldaten zijn de stad binnengedrongen

Onregelmatig werkwoord: bin-nen-drin-gen
ik dring binnen (... ik binnendring)
jij/u dringt binnen (... jij binnendringt)
hij/zij dringt binnen (... hij binnendringt)
wij/zij/jullie dringen binnen (... wij binnendringen)
ik/jij/u/hij/zij drong binnen (... ik binnendrong)
wij/zij/jullie drongen binnen (... wij binnendrongen)
hij is binnengedrongen
de/het/een binnengedrongen ....