Werkwoorden vervoegen
binnendringen
Tegenwoordige tijd binnendringen
Ik dring binnen/binnendring
Jij dringt binnen/binnendringt
dring binnen
U binnendringt/dringt binnen
Hij/Zij/Het dringt binnen/binnendringt
Wij dringen binnen/binnendringen
Jullie dringen binnen/binnendringen
Zij dringen binnen/binnendringen
Verleden tijd van binnendringen
Ik drong binnen/binnendrong
Jij/U drong binnen/binnendrong
Hij/Zij/Het drong binnen/binnendrong
Wij drongen binnen/binnendrongen
Jullie drongen binnen/binnendrongen
Zij drongen binnen/binnendrongen
Voltooid deelwoord van binnendringen
binnengedrongen
Tegenwoordig deelwoord van binnendringen
binnendringend