binnengaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: bin-nen-gaan
1. een begrensde ruimte in gaan
♢ aarzelend zijn we die deftige winkel binnengegaan
Onregelmatig werkwoord: bin-nen-gaan
ik ga binnen (... ik binnenga)
jij/u gaat binnen (... jij binnengaat)
hij/zij gaat binnen (... hij binnengaat)
wij/zij/jullie gaan binnen (... wij binnengaan)
ik/jij/u/hij/zij ging binnen (... ik binnenging)
wij/zij/jullie gingen binnen (... wij binnengingen)
hij is binnengegaan
Gepubliceerd op 14-11-2017
binnengaan
betekenis & definitie