bijstellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: bij-stel-len
1. het zo draaien of schuiven dat het weer goed is
♢ toen de remmen waren bijgesteld, was de fiets weer veilig
Regelmatig werkwoord: bij-stel-len
ik stel bij (... ik bijstel)
jij/u stelt bij (... jij bijstelt)
hij/zij stelt bij (... hij bijstelt)
wij/zij/jullie stellen bij (... wij bijstellen)
ik/jij/u/hij/zij stelde bij (... ik bijstelde)
wij/zij/jullie stelden bij (... wij bijstelden)
hij heeft bijgesteld
de/het/een bijgestelde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk