schuiven - onregelmatig werkwoord
uitspraak: schui-ven
1. verplaatsen door te duwen
♢ ik schoof de stoel bij het raam
2. dicht langs een oppervlak bewegen
♢ schuif eens opzij
1. laat hem maar schuiven
[laat hem zijn gang maar gaan, het komt wel goed]
Onregelmatig werkwoord: schui-ven
ik schuif
jij/u schuift
hij/zij schuift
wij/zij/jullie schuiven
ik/jij/u/hij/zij schoof
wij/zij/jullie schoven
hij heeft geschoven
schuivend, schuivende
Gepubliceerd op 14-11-2017
schuiven
betekenis & definitie